21-03-2019 R.I.P. Wickey
En dan opeens is lieve, mooie Wickey er niet meer…
Lieve Wickey,
je was hier veel te kort, je had nog zóveel op je bucket-list, we hadden nog zoveel plannen samen…
Wat een leegte zonder jou, wat heb je ons hart gestolen in zo’n korte tijd.
Bij je aankomst in de Achtste Hemel vond ik je direct zó dapper.
Je was blind en kwam na 14 jaar in een totaal vreemde omgeving terecht.
Al snel ontdekte ik dat ook je reukvermogen slecht was, wat het nog moeilijker maakte voor je en je onzeker maakte.
Je kreeg een aparte ruimte, waar je lekker veilig was en ik kwam je meerdere malen per dag halen om langzaam te socialiseren.
Maar het was alsof je haast had.
Je vertrouwde me direct letterlijk blindelings en ik mocht je ogen zijn.
Je voelde dat ik je beschermde en dapper ging je met me op ontdekking.
We kregen direct zo’n speciale vriendschap.
Als je mijn stem hoorde begon je te stralen en ik als ik jou zag.
Heerlijk vond je het als ik achter de laptop moest zitten voor de administratie oid, dan mocht je lekker op schoot zitten.
Beetje jammer vond je het dat ik dan geen handen vrij had om je te aaien, wat je allervriendelijkst vertelde aan me met je bijzondere miauwtje.
Al snel merkte je aan me dat ik smolt van je, je maakte daar geen misbruik van, maar gebruikte dit met je zachtaardige charmes.
Je genoot van elke minuut in mijn buurt en liet dan al je onzekerheid los.
En ik genoot intens met je mee.
Na het overlijden van Robijntje nam je stiekem haar rol over, je voelde je als mijn grote vriendin en ik liet het gebeuren, het voelde fijn lieve meisje.
Ik had zoveel plannen met je, ik wilde je in de toekomst ook mee nemen naar ons bosje, ik wist zeker dat je dat prachtig zou vinden, maar wilde je zelfvertrouwen niet breken, dus stap voor stap.
Als ik dit had geweten lieve Wickey…
Had je daarom zo’n haast?
Afgelopen zaterdag kreeg je voor de tweede keer een lichte tia, tijdens de vrijwilligersdag.
Door de drukte nam ik je mee op sleeptouw en je vond het wederom heerlijk.
Je herstelde snel en dankbaar hing je in mijn armen.
Maar ‘s avonds sloeg het noodloot toe.
Je kreeg een hele heftige hersenbloeding.
Werkelijk alles heb ik geprobeerd hè lieverd, maar je wilde eigenlijk maar
één ding, dat ik met je bleef liggen op de bank, jij languit boven op me.
Je hoofdje dicht tegen mijn hoofd aan, je voorpootjes om mijn arm heen, alsof je me nooit meer los wilde laten.
Met je grote vriendje Red tegen ons aan
Red en ik voelde het precies zo Wickey.
We wisten alle drie diep in ons hart dat dit de laatste momenten samen zouden zijn…
Tot diep in de nacht hebben we zo gelegen, maar we moesten elkaar loslaten.
Je pijn was te hevig, het kon niet meer hè meisje.
Je verdiende de rust lieverd, pijnloze rust.
Nog steeds kan ik het niet plaatsen dat je er niet meer bent.
Red heeft intens gerouwd om je, wat een verdriet en gemis dat we je niet meer mogen zien stralen.
Pas vanmiddag heb ik je je laatste rustplaats gegeven.
Red leek er klaar voor, maar het tegendeel was waar.
Hij kan het net als ik niet geloven dat je er echt niet meer bent.
Inmiddels is hij rustiger, omdat hij een plukje haren van jou in zijn mandje heeft liggen.
Liefste Wickey, we moeten verder zonder jouw zonnestralen, maar je zit diep in ons hart, voor altijd.
Ik hoop dat je vanaf een wolkje mee kan lopen op een zonnige dag ons bosje in.
We zullen je warmte dan voelen meis.
Het was een eer je te mogen kennen Wickey en een geschenk je te mogen liefhebben.
Dank je wel meis, voor deze te korte, maar onbeschrijfelijke tijd met je.
Rust zacht bijzonder vriendinnetje.