Geen producten in de winkelwagen

26-06-2022 Pimmie overleden

Liefste Pimmie,

Nog steeds kan ik het niet geloven dat jij er niet meer bent.
Wat laat je een leegte achter.
Ik mis je zo,lijfelijk…
Je oorverdovende gespin, je allerliefste blije ogen,als ik je riep en je in een drafje op me af kwam, met je aandoenlijke kromme voorpootjes, vergroeid van de artrose.
Nog nooit heb ik zo’n lach gezien van geluk en blijdschap bij een kat. Het was bijna ‘honds’ zoals jij je happy bekkie liet zien.
Elke dag weer, tot je laatste uur…

Vier jaar geleden kwam je samen met je grote vriend Casper bij mij wonen.
Jullie waren altijd samen geweest en samen in het asiel terecht gekomen.
Beiden patiënten (o.a. artrose), beiden voor het leven aan de medicatie, waardoor niemand jullie wilde adopteren, dus kwamen jullie bij mij.
Casper wende snel, maar jij was zo onzeker.
Je vertrouwde niets of niemand.
En het zat zo tegen.
Casper overleed totaal onverwacht drie weken later.
Je bleef alleen achter.
Ik vond het zo zorgelijk, mede door je onzekerheid en ook nog je allessie verliezen.
Maar wat was je dapper.
Al snel liet je alle angsten los, je verdriet achter je en maakte ruimte voor het leven in geluk.
Je sloeg om als een blad, je werd vrienden met alle andere dieren en werd mijn zonnetje.
Er ging geen dag voorbij zonder een intense lach met jou.
Jij was het voorbeeld van hoe het hoort te zijn.
Overal, maar speciaal in de Achtste hemel.
Je maakte de verhuizing mee, maar ook op onze nieuwe locatie genoot je verder.
Je hoogtepunten van de dag waren de uitloop-rondes in de tuin.
Je stond altijd vooraan om de poort uit te kunnen, om vervolgens op een drafje naar de snackbar te gaan.
Spinnend at je daar je snack, om daarna dankbaar mij gedag te zeggen.
Na onze knuffelsessie ging je altijd naar je favoriete plek in de tuin, onder de bomen, in de schaduw, spinnend viel je daar altijd in slaap.

De laatste tijd tobte je al langer met je gezondheid.
Je werd regelmatig benauwd, maar je liet het niet toe.
Elke aanval vocht je om snel weer verder te gaan met je doel, blij genieten.
En dat deed je, tot je laatste dag.

Afgelopen donderdag had je het zwaar met de warmte, maar dat weerhield je niet van je gewoonlijke uitjes.
Je bleef lachen.
En eerlijk liefste Pimmie, ik maakte me zorgen, maar vertrouwde op jouw smile.

En dan die vrijdag.
Je liep naar buiten en ik zag het gebeuren.
Je lijfje gaf op.
Ik nam je mee naar je favoriete plekje in de tuin, waar ik je neerlegde.

De ongeloof in je ogen Pimmie, die blik zal ik nooit vergeten.
Je wist dat het voorbij was, maar ook, alsof je wist wat mij te wachten stond die dag…
En ik kon alleen maar heel hard huilen, je kussen, je aaien, je zeggen dat ik voor altijd bij je zou blijven, je zeggen hoeveel ik van je hou.
Je gaapte nog één keer en er kwam een rust over je heen en je ging heen.
Ik heb je in mijn armen genomen en je neergelegd in een mooi mandje in de serre, daar waar jij het liefst sliep.
Terwijl bij mij de paniek toe sloeg, jij het leven verliet en de onweer los brak.
Een enorme wolkbreuk overviel de loslopende katten, ik rende nog naar Moessie die buiten in de tuin ging schuilen.
De stroom viel uit van blikseminslag, als een gek moest ik reorganiseren.
En dat op de dag dat ik mijn liefste tante Hinny van 99 jaar zou gaan bezoeken.
Alles had geregeld en wist dat dit voor mij dit jaar mijn laatste kans was.
Even wilde ik niet meer gaan, maar jij liet me voelen dat ik moest gaan, terwijl ik bloemen bij je neerlegde tussendoor.
En ik ging Pimmie, veel later dan gehoopt, maar ik ging.
En jij ging met me mee in gedachte.
Maar de nachtmerrie was nog niet voorbij.

Een ongeluk op de weg zorgde voor het eerstvolgende oponthoud.
Mijn hart brak toen we voorbij het onheil reden, angstige radeloze varkensogen keken me aan.
Hun afschuwelijke reis naar het slachthuis vertraagd.
Het liet mij het perspectief zien van onze vertraging…met jou in gedachte kon ik mezelf weer bij elkaar rapen Pimmie.
De reis liep weer voorspoedig tot mijn auto het opgaf.

De paniek in mij borrelde weer omhoog.
Levensgevaarlijk stonden we stil langs de N-weg, met nauwelijks een vluchtstrook.
De honden werden oorverdovend stil.
Terwijl ik samen met Sake keek hoe we konden vluchten met de honden naar het naastliggende land achter de vangrail kwam er totaal onverwacht een wagen aan.
Of was jij dat Pimmie?

Binnen een paar minuten werden we afgevoerd, bovenop de wagen met zijn allen, de honden nog steeds oorverdovend stil, ik niet….

Twee uur lang vertoefden we op een carpoolplaats, godzijdank met een stukje gras, waar de honden konden lopen en Ziggy zelfs heeft kunnen zwemmen.
Weer dat moment Pimmie, dit geluk,tijdens zoveel pech…je was er…

Mijn auto werd overleden verklaard.
Voor de zoveelste keer die paniek in mij.
Bijna 300 km van huis, met mijn vier kindjes en Sake.
De honden, die overduidelijk ook toe waren aan ontspanning.
Thuis alle andere kindjes, die op me rekende ‘s avonds.
Tante Hinny, die op ons lag te wachten.
Zus Ellen, die ons opwachtte elders.

Ik weet zeker Pim, in die tussentijd was ook jij verder gereisd.
We kregen een prachtige leenauto, werden geholpen door geweldig lieve mannen.
Zoveel later, maar we kwamen bij mijn allessie tante Hinny.
Het was een emotioneel weerzien.
Daarna konden de honden rennen aan het strand.
Hun vreugde en blijheid, Pim, zoals jij het leven had geleefd.
Sake, die mij zo bijstond liep in één streep de zee in.
Mijn liefste zusje, genietend van haar thuis, samen met haar lieve vriend.
Ontlading, intense ontlading, voor een lange reis terug in de nacht die al begon.
En ik wist, we kwamen thuis.
Net als jij Pim.

Ik zie je weer stralen, de angst en de ongeloof zijn verdwenen in je ogen.
Ik hoor je spinnen, oorverdovend, ergens…
Het haalt het gemis niet weg, maar het is goed zo grote vriend.
Blijf lachen Pimmie, tot ooit…