Lief ventje,
Wat heb je genoten die korte tijd dat je hier mocht zijn.
Even leek het erop dat je nog lange tijd mee zou kunnen, zó goed ging het met je.
Achteraf gezien was het de adrenaline in je lijfje van geluk hè Moessie?
Je liep zelfs als een jonge god door het huis, triomfantelijk liet je merken dat je blij was.
Ik mocht je knuffelen, terwijl je niet eens een knuffelkat was.
Elke nacht sliep je op het kleedje wat de lieve beheerster en haar collega voor je achterlieten na de lange reis vanuit Limburg.
Je genoot enorm, ondanks je zieke lijfje.
Wat vocht je de laatste dagen voor je leven, maar je kon deze strijd niet aan.
Ik had zo graag gewild dat je mee had kunnen verhuizen Moessie, maar het mocht niet zo zijn.
Ik mis je lieve kerel, het is stil zonder jouw geklets, maar je geeft me de drive er altijd voor lieverds zoals jij te blijven zijn.
Je genot was goud waard.
Geen dood op een koude vloer in een asiel, maar in je lievelingsmandje, omringd met liefde.
Rust zacht Moessie, ik zal je nooit vergeten.